Als ik jouw zeg dan bedoel ik eigenlijk jouw, ik zeg het ook met een W erachter.
Thuis praat ik toch Fries dus wat maakt het ook uit, dan is het dien
Je achter het Fries verschuilen is geen goede rede om ook fatsoenlijk Nederlands te kunnen praten.
Ik ben ook Fries, maar niet Fries opgevoed(Kan het wel spreken).
En voor de regel
Jou = als je de persoon bedoelt
Jouw = als je het voorwerp van een persoon bedoelt